Klettern. Hoe ik mezelf overwon.

Klettern. Afgelopen weekend hoorde ik het Duitse woord voor het eerst en ik ben het ook meteen gaan doen: klimmen. In een Kletterwald. Het woord ‘klettern’ verontruste me wel enigszins, want het klinkt als kletteren en ik zag mezelf al naar beneden ‘kletteren’ vanuit de bomen. Klimmen op enkele meters hoogte is immers een behoorlijk uitdaging als je hoogtevrees hebt.

Foto 28-06-14 15 04 58Gelukkig beginnen we heel voorzichtig met parcours 1 en 2, waar we niet hoger komen dan twee meter boven de grond. Ik kan het hebben. ‘Zullen we samen parcours 3 doen’, vraagt mijn zoon enthousiast. ‘Natuurlijk’, zeg ik zelfverzekerd. Moet kunnen, hoeveel hoger kan het volgende parcours zijn?

Daar sta ik vervolgens met mijn rug tegen de boom. Na twee makkelijke hindernissen staan we opeens op ruim vier meter hoogte. Ik tuur voorzichtig de diepte in en kijk snel weer voor me uit. De derde hindernis tussen de twee bomen bestaat uit… tja… niets eigenlijk. Een stuk niets tot je op een soort liggende ladder naar de volgende boom kunt klauteren. Ik heb geen idee hoe ik het gapende gat ga overbruggen. Ik kijk naar mijn zoon. Hij kijkt me vol vertrouwen aan. Ik trek aan de veiligheidskabel en in een poging goede moeder te zijn spring ik halfslachtig het diepe in en beland nogal klungelig tegen de liggende ladder. Ik klim omhoog en wankel over de latjes naar het plateau van de volgende boom.

Foto 29-06-14 21 01 36Ik kijk om naar mijn zoon. ‘Kom maar, je kunt het!’, moedig ik hem aan terwijl ik de boom angstig omarm. Het is lastig een zelfverzekerde moeder te zijn als je vergaat van de angst. Hij volgt me en samen klauteren we van boom tot boom. Bij iedere boom hoop ik dat het de laatste is van het parcours. Verdomd, ik heb me echt verkeken op de hoogte. Waarom realiseer ik me dat toch altijd pas (op weg naar) boven, als er geen weg terug is?

Dan bedenk ik me dat het goed is dat ik het me dán pas realiseer. Hoeveel dingen zou ik niet doen als ik voortdurend bang zou zijn om in het diepe te springen? Wat zou ik dan allemaal missen? The only thing we have to fear is fear itself, zei Franklin D. Roosevelt ooit. Terecht. Soms moet je de sprong wagen, hoe moeilijk die ook lijkt. Ondernemen. Schrijven. De eerste woorden op het papier zetten en doorgaan tot je merkt dat je het kunt. Want dat je het kunt, staat als een paal boven water. Dat weet je zelf ook wel.

Langzaam krijgen mijn zoon en ik de smaak te pakken. Natuurlijk staan we bij nieuwe hindernissen iedere keer even te kijken hoe we het moeten aanpakken, maar we komen er iedere keer. Het voelt als een ware overwinning als we aan het einde zijn van het vierde (!) parcours en voor onszelf applaudisseren. We zijn echte klimkanjers, we hebben het toch maar gedaan. Samen.

Hier ga ik over schrijven, bedenk ik me als ik een vriend later vertel over onze overwinning. En wat denk je? Na die eerste paar moeizame zinnen op het maagdelijk witte scherm, schreef het verhaal zich vanzelf.