Op de Canadese Oorlogsbegraafplaats in Groesbeek liggen 2618 militairen begraven en staan 1019 namen van vermiste mannen op een herdenkingsmuur. De vrijwilligers van Faces to Graves willen deze Canadese militairen die in de Tweede Wereldoorlog hebben gestreden voor onze vrijheid een gezicht geven. Ze houden de herinnering levend door hun verhalen te vertellen. Tefke draagt sinds het najaar van 2020 bij met het schrijven en redigeren van verhalen. Enkele voorbeelden:

Rodrique Audet heeft bruine ogen en rood haar. In zijn militaire dossier staat: ‘Rookt veel, drinkt een beetje. Heeft een prettig karakter en is snel gelukkig.’ Hij houdt niet van sporten maar wel van moderne muziek. Ook leest hij veel en gaat twee tot drie keer per week naar de film. Vooral westerns vindt hij mooi. Op 16 januari 1945 overlijdt Rodrique op het slagveld in Nederland. Hij is dan 24 jaar en zes maanden oud.
Op 19 mei 1947 krijgt de familie geheel onverwacht een brief van een ‘zeventienjarig onbekend meisje’ uit Nederland. Hanny Schell, woonachtig aan de Piet Heinstraat 64 in Nijmegen, schrijft dat ze het graf van Rodrique heeft geadopteerd. Zij blijft tot op late leeftijd bloemen leggen bij het graf van Rodrique.

Lawrence Orvald Velve wordt op 5 juli 1923 geboren in Albee, Grand County, South Dakota, Verenigde Staten. Zijn vader, Ole J. Velve, komt in 1911 van Selbu, Noorwegen, naar Canada. Zijn moeder Lilly groeit op in de Verenigde Staten. Lawrence krijgt de Canadese nationaliteit in februari 1942. Op 17 september 1943 gaat hij op twintigjarige leeftijd in dienst bij No. 13 District Depot in Calgary, Alberta.
Op 3 maart 1945 schrijft hij zijn ouders dat hij wat geld heeft en dat naar huis wil sturen. Daar komt hij nooit aan toe. Op 8 maart 1945 sterft Lawrence op 21-jarige leeftijd tijdens een aanval op Veen, Duitsland. Volgens officiële documenten is hij korte tijd vermist. In de papieren van 12 april 1945 staat dat Lawrence aan bezittingen bij zich heeft: een dagboek/souvenir van Holland, een sigarettenaansteker en een religieus medaillon.

Lawrence O’Farrell komt uit een katholiek nest met Ierse roots en groeit op in een gezin met elf kinderen. Twee van zijn broers (Patrick en Vincent) zitten ook in het leger. Lawrence meldt zich op 25 januari 1944 in Toronto aan bij het leger. In het beoordelingsrapport staat dat hij van dag tot dag leeft en geen duidelijke toekomstplannen heeft. Behalve dat hij niet terug wil naar de boerderij van zijn familie.
Op 5 maart 1945 wordt Lawrence in een Duits veld verrast door vijandig vuur. Al zijn kameraden zijn gewond en de officier sneuvelt. Ook Lawrence is op slag dood, op 20-jarige leeftijd. In de nacht van zijn dood kijkt zijn moeder uit haar raam op het zuiden en ziet een rond licht de weg opkomen en bij het huis stoppen. Ze zegt dat ze weet dat het de ziel van haar zoon is, die voor de laatste keer naar huis komt.

Kenneth John “Ken” La Rose wordt op 30 juli 1920 geboren. Zijn vader heeft de Franse nationaliteit en is veteraan uit de Eerste Wereldoorlog. Volgens de papieren overlijdt hij kort na de geboorte van Ken. Later geeft moeder Violet echter aan dat hij het gezin heeft verlaten. Ze heeft geen idee waar haar man is gebleven. Ken is dan vier maanden oud.
Familieleden omschrijven Ken als ‘een beetje een clown’. In het leger is hij in ieder geval vrij ongehoorzaam. Hij komt te laat, kleedt zich niet goed, is ongeschoren of toont onvoldoende militaire discipline. Eind oktober 1942 vertrekt Ken met zijn regiment naar Engeland. Tijdens de D-Day-invasie op 6 juni 1944 landen ze om 08.12 uur op Bernieres-sur-Mer. De gevechten voeren door Normandië naar Noord-Frankrijk. In februari 1945 steken ze eindelijk de grens met Duitsland over. Zaterdag 3 maart 1945 is een koude en bewolkte dag als Kenneth wordt gedood in het Pioneer Platoon. Hij is 24 jaar oud.