‘Dit mag nooit meer gebeuren!’ is de veelgehoorde reactie na een voedselschandaal, milieuramp of gezondheidscrisis. We willen hardere maatregelen, stengere straffen en aangepaste wetten. Maar gebeurt dat ook echt? En zo ja, wat gebeurt er dan precies en hoe komen nieuwe wetten tot stand? In westerse democratieën is daar wel onderzoek naar gedaan, maar we weten eigenlijk weinig over China. Tot promovendus Annemieke van den Dool besloot drie volksgezondheidscrises onder de loep te nemen en te kijken in hoeverre en onder welke omstandigheden deze schandalen hebben geleid tot verandering in wet- en regelgeving.
Door Tefke van Dijk
Waarom is het interessant om te weten hoe China omgaat met crisissen?
Wat in China gebeurt heeft gevolgen voor de rest van wereld, een crisis blijft niet in China. Dat zag je bijvoorbeeld met Sars in 2002 en 2003. Dit virus begon in China maar omdat het nieuws daarover werd onderdrukt, kon het de hele wereld overgaan.
Je hebt onder meer gekeken naar de melkpoedercrisis van 2008. Daar hebben we in Nederland de gevolgen van gemerkt.
Inderdaad. In China zijn 300.000 kinderen ziek geworden en minimaal 6 baby’s overleden doordat de schadelijke stof melamine was toegevoegd aan melkpoeder. Chinezen kochten toen massaal buitenlands melkpoeder in. Zo’n schandaal kan ook zorgen voor politieke instabiliteit in China omdat dit het gezag ondermijnt van de communistische partij. Het zorgt voor een verhoogd risico op onrust en opstanden en daar kunnen wij iets van merken.
Hoe is China met dit schandaal omgegaan?
Het heeft geleid tot een relatief grote verandering. Nieuwe regels zijn snel doorgevoerd maar tegelijkertijd zijn veel onderliggende problemen niet aangepakt. Veel ouders wilden bovendien compensatie voor gezondheidsschade en leed en dat is maar deels gelukt omdat het bedrijf failliet ging voordat de rechtszaak kon beginnen. Er is wel een wetsverandering gekomen om op andere manier om te gaan met faillissementen na voedselschandalen maar dat heeft niets opgeleverd voor de ouders. Niet nu en niet in de toekomst.
Een weinig effectieve wetswijziging dus?
Klopt. Je ziet vaker dat er wel verandering plaatsvindt, maar dat het weinig effect heeft. Ook in westerse landen. In China zag je het in 2013 ook met de dode-varkenscrisis. Hierbij zijn tien- tot vijftienduizend dode varkens terechtgekomen in de Huangpu rivier bij Shanghai, die ook wordt gebruikt voor drinkwater. De nieuwe regels die er toen zijn gekomen voor veehouderij en milieu, zijn alleen van toepassing voor grote boerderijen. In China zijn echter vooral kleine boerderijen. De nieuwe regelgeving is er dus wel, maar het heeft in de praktijk weinig effect.
Zie je dat ook in de case van het vogelgriepvirus H7N9?
Aan die vogelgriep zijn 620 mensen overleden en de belangrijkste bronnen bleken markten met levende kippen. Sluit deze markten en het probleem is opgelost. Er is gewerkt aan regelgeving om de markten te verbieden maar dat proces is gestopt omdat het te moeilijk bleek. Het zit heel diep in de Chinese eetcultuur dat je levende kippen laat slachten op de markt. Als je de markten sluit, komen er zwarte markten. En als het illegaal is, heb je nog minder controle. De markten zijn ontzettend moeilijk te verbieden omdat er geen goed alternatief is. Je vindt weinig diepvrieskip in Chinese winkels. Soms zijn er ook betere methodes dan verbieden. Zo zijn er steden die de markten geregeld een dagje sluiten en dat blijkt behoorlijk effectief. Het is niet altijd zo dat er geen politieke wil is, soms is er simpelweg geen goede oplossing.
Zegt hoe China omgaat met crisissen iets over hoe andere niet-westerse democratieën dat doen?
Goede vraag. Een groot deel van de wereld is geen westerse democratie en daar wordt anders gereageerd op crisissen dan in Europa en de Verenigde Staten. In niet-democratische landen spelen allerlei andere politieke factoren en belangen een rol waardoor een crisis onder de mat kan worden geveegd. Ik heb alleen gekeken naar China, niet naar andere landen, maar mijn bevindingen kunnen ook gelden in andere landen. Je ziet in steeds meer landen een trend naar autoritaire politiek. Denk aan Hongarije en Rusland. Mijn studie is een van de eerste onderzoeken en de resultaten zijn moeilijk te generaliseren omdat het maar drie cases zijn. Ik zie het als een stap naar groter onderzoek en ik hoop vooral op nieuwe aandacht in de literatuur voor niet-westerse democratieën.
Doen westerse landen het beter?
Bij een Nederlandse of Amerikaanse ramp komen er verschillende onderzoeksrapporten met aanbevelingen. In China zijn die er misschien ook wel, maar deze rapporten worden zelden tot nooit openbaar. Dat heeft te maken met het politieke systeem. Gemaakte fouten bespreken en daarmee de partij bekritiseren kan niet. Terwijl openheid het beste is als je wilt leren. Je hebt informatie nodig om een compleet beeld te krijgen van de crisis. In China is de informatie beperkt en er zijn veel politieke obstakels. Je kunt geen kritiek hebben op de politieke leiders en als er al kritiek is, blijft deze binnen de partij. Een ontslagen minister is vooral symbolisch.
Wat zijn de belangrijkste aanbevelingen vanuit je onderzoek?
Een vrijere uitwisseling van informatie is nodig om beter te kunnen beoordelen wat de onderliggende problematiek is en wat mogelijke oplossingen zijn. Helaas zijn informatiestromen in China de laatste jaren steeds beperkter. Meer openheid zou beter zijn. Dan kun je ook eerder ontdekken wat de risico’s zijn. Als je een probleem eerder op het spoor komt, kun je eerder actie ondernemen en ontstaat er wellicht helemaal geen crisis.
Hadden de drie schandalen die je hebt onderzocht voorkomen kunnen worden?
Bij het melkpoederschandaal waren er al acht maanden klachten van ouders bij het bedrijf, de lokale overheid en het ministerie. Niemand heeft echter adequaat gereageerd. Baby’s dronken de melk nog steeds en daardoor zijn er nieuwe slachtoffers gevallen. Als er eerder actie was ondernomen waren er niet zoveel kinderen ziek geworden of overleden. In China kunnen de media lang niet altijd met problemen naar buiten treden, zeker niet op het gebied van gezondheid of voedselveiligheid. Daardoor komen sommige zaken pas naar buiten als het echt niet anders kan. In 2008 organiseerde China de Olympische zomerspelen in Peking en in de maanden die daaraan vooraf gingen mochten de media niet schrijven over voedselveiligheidsproblemen. Journalisten wisten wel van de problemen af, maar mochten niets publiceren. Betere en meer open informatiestromen zijn uiteindelijk voor iedereen beter, inclusief de overheid want een schandaal ondermijnt het gezag.
Hoe kun je leren van een crisis?
Dat is overal lastig, niet alleen in niet-westerse democratieën. Vaak is er wel wat verandering, maar veel wordt niet opgepakt. Dat heeft niet altijd te maken met politieke onwil, maar ook met een gebrek aan goed crisismanagement. Het is niet makkelijk om een probleem te identificeren. Aan het toevoegen van melamine aan melk liggen allerlei problemen ten grondslag. De prijs van melk was te laag en er waren kwaliteitsproblemen. Melkproducten waren vrij nieuw in China, Chinezen dronken dat niet. Het is lastig om problemen 100% objectief vast te stellen, het is altijd een interpretatie. Dat is een algemeen probleem en geldt niet specifiek voor China. Wel is het zo dat niet alle ambtenaren in China een goede crisismanagementtraining hebben gehad en politici zijn vaak niet op hoogte van onderliggende problemen. Zij kunnen niet zoals Nederlandse Tweede Kamerleden rapporten lezen en betrokkenen spreken.
Wat heb jij met China?
Ik heb een achtergrond in Sinologie en daarom was een onderzoek in China voor mij logisch. Persoonlijk ben ik gefascineerd door het land omdat het er zo anders is. Qua cultuur, hoe dingen werken maar ook hoe mensen eten en hoe ze zich gedragen. De taal is heel mooi. Een van de belangrijkste redenen om Chinees te gaan studeren is dat ik de karakters zo mooi vind. Voor mijn onderzoek heb ik veertien maanden in China gewoond, vooral in Peking. Ik wilde de samenleving beter begrijpen en met mensen praten over wetgevingsprocessen om een beter beeld te krijgen van de maatschappij en de manieren van voedsel maken in China.
Is dat gelukt?
Ja. Voor het onderzoek was het niet nodig, maar ik heb ook boerderijen bezocht. Varkens zijn heel belangrijk in China, maar varkenshouderijen zijn heel verschillend wat betreft grootte en kwaliteit. Op een van de boerderijen waar ik was kregen de varkens bijvoorbeeld elke dag een massage en ze mochten aan het eind van de dag via een glijbaan het zwembad in. Ook ben ik bij een hypermoderne kippenboerderij geweest met wel vier miljoen kippen. Daarvan heb ik er niet een gezien, we zagen alleen de eieren. Zo willen ze een uitbraak van ziektes zoals vogelgriep voorkomen.
Ben je verliefd geworden op het land?
Ik zie China als mijn andere thuisland. In 2004 was ik er voor het eerst en sindsdien heb ik gezien hoe het land verandert. In een jaar tijd zie je vaak al allerlei veranderingen. Op sommige gebieden lopen ze voor, bijvoorbeeld infrastructuur, stedenbouw en apps. Op het gebied van milieu en vervuiling lopen ze achter, maar daar gebeurt ook veel met nieuwe wetgeving en nieuwe technologieën.
Wat ga je doen nu je onderzoek klaar is?
Over twee weken verhuizen mijn Zweedse man en ik vanuit Zweden naar China. Ik heb een contract voor vier jaar op een Amerikaans-Chinese universiteit waar studenten uit de hele wereld zelf hun bachelor-programma kunnen samenstellen. Daar ga ik vanuit de sectie beleidskunde in het Engels lesgegeven over crisis, politiek en hoe wetgevers reageren.
Kun je aarden in China, denk je?
China is belangrijk voor mij. Ik leer veel over mezelf door te leren over China. De gastvrijheid is enorm in dat land, daar kan ik jaloers op zijn. Dan zijn we in Nederland maar lompe boeren. China is niet altijd een makkelijk land, maar wel fascinerend. Je moet vooral je verwachtingen aanpassen. Het openen van een bankrekening of regelen van een simkaart kan een halve dag in beslag nemen. Dat moet je leren accepteren, anders raak je alleen maar gefrustreerd.
Dit bericht verscheen eerder in verkorte versie op uva.nl >>