Interview met Kinderboekenambassadeur Manon Sikkel
Als Kinderboekenambassadeur zet Manon Sikkel zich in voor meer diversiteit en inclusiviteit in kinderboeken. Ze vindt dat je kinderen moet dwingen om te lezen. Lezen is niet altijd leuk. Ook als leerkracht hoef je niet niet per se van lezen te houden. Als je maar organiseert dat kinderen met boeken in aanraking komen. Inclusieve boeken geven kinderen een beeld van hoe de wereld kan zijn.
Hoezo een Kinderboekenambassadeur?
Het idee van de Kinderboekenambassadeur is vanuit Engeland naar Nederland gehaald. Net als in buitenland is dit iemand die zich twee jaar lang inzet voor leesbevordering. Het leuke is dat je als ambassadeur zelf een thema mag kiezen.
Jij koos diversiteit. Waarom?
Kinderboeken zijn nog veel Ot en Sien en Jip en Janneke. Een gemene juf is oud, dik en lelijk. Ik erger me daar gek aan. Je laat kinderen zien dat je niet oud en dik moet worden want dat staat gelijk aan lelijk en gemeen. Een burgemeester of minister is ook niet altijd man en iemand in een rolstoel is niet altijd zielig.
Hoe zit het met namen in boeken?
Diversiteit zit zeker ook in namen. Koen, Tess en Sam zijn makkelijk te lezen. Maar ook kinderen met namen die moeilijker te spellen zijn zoals Farida en Ouassim moeten zich herkennen in verhalen. Ik kom nooit meer in een klas met alleen maar kinderen met een witte, Hollandse achtergrond en hetero ouders die nog samen zijn. Ieder kind heeft iets wat anders is. Een vader die dood is, een oma die geen Nederlands spreekt of een broertje met een beperking. Iets dat afwijkt van wat in kinderboeken de norm was.
Hoe was jouw jeugd?
Ik mocht veel dingen niet omdat ik een meisje was. In 1975 was Pippi Langkous voor mij hét kinderboek. Pippi kon alles. Ze was niet mooi zoals een meisje mooi moest zijn, maar had een rare jurk en twee vlechten. Als meisje heb ik me opgetrokken aan het beeld dat je ook zo meisje kon zijn. Dat je als meisje gek mag doen, mag schreeuwen en je mag laten horen. In kinderboeken kun je laten zien dat het anders kan.
Je roots liggen in Den Haag?
Mijn familie gaat hier vijfhonderd jaar terug. Mijn vader kwam uit de Schilderswijk en mijn moeder woonde op het zand, het rijke deel. Beide families waren tegen het huwelijk. Het was een andere tijd. Mijn moeder werkte en fietste op een mannenfiets, daar werd raar van opgekeken. Mijn vader werd bij de bakker uitgelachen omdat hij voor de kinderen zorgde. Mijn ouders hebben me vanaf mijn geboorte verteld dat het niet uitmaakt hoe je eruitziet of waar je vandaan komt. Het gaat erom of je een goed mens bent, aan andere mensen denkt en een passie hebt.
Diversiteit is nog altijd niet vanzelfsprekend.
Klopt. Daar is nu aandacht voor en ik praat daarover met uitgevers, collegaschrijvers, pabo’s en scholen. Ik heb de tijd mee. Diversiteit staat bij iedereen hoog op de agenda. Iedereen was er klaar voor. Ik hoefde alleen maar een vonkje af te steken en mensen te wijzen op hun blinde vlekken. In een jaar tijd is er kinderboekenland een goede draai gemaakt naar meer inclusiviteit.
Schrijf je zelf inclusief?
Ook ik heb blinde vlekken. Ik ben nu een boek aan het schrijven waar een lichtmonteur in voorkomt. Dat werd in mijn hoofd meteen een man. Tijdens het schrijven heb ik er een vrouw van gemaakt. In Nederland is vast een meisje dat later lichtmonteur wil worden.
Waarom is diversiteit zo belangrijk?
Diversiteit is dat je mag zijn wie je bent. Dat moet de hoofdboodschap van kinderboeken zijn. Je kunt kinderen laten zien hoe een ideale wereld eruitziet. Een wereld waar iedereen ertoe doet en iedereen meetelt. Waar iedereen er anders uit kan zien en een andere mening mag hebben.
De tekst gaat verder onder de afbeelding.
Heb je meer stokpaardjes?
Naast diversiteit wil ik nog een vonkje starten. Bibliotheken op scholen zijn goed maar als er altijd dezelfde boeken staan, verliezen kinderen hun aandacht. Iemand moet de boeken duiden, tips geven, kinderen uitdagen en ze opvoeden in hun leespatroon. Zorgen dat ze een boek gaan lezen dat ze nog niet kennen.
Wat als een kind niet wil lezen?
Het is geen populaire mening maar als taalpsycholoog en moeder vind ik dat je kinderen moet dwingen om te lezen. Plezier in lezen is er niet als je geen leeskilometers hebt gemaakt. Je moet kinderen soms met zachte dwang een andere kant op duwen om ze een stapje hoger te brengen. Het is net als met schaatsen, fietsen of zwemmen. Met alles wat je leert moet je doorzetten. Tafels leren is ook niet leuk.
Lezen moet toch leuk zijn?
Lezen is niet leuk als je het niet kan. Sambal eten is ook niet leuk tot je eraan gewend bent. Kinderen die niet snel leren lezen, moet je blijven dwingen. Dat kost moeite en je hebt een groter arsenaal aan boeken nodig. Soms moet je een kind bij de hand nemen en streng zijn. Uiteindelijk is hij of zij trots als het een boek heeft gelezen waarvan het dacht dat het niet leuk zou zijn.
Volgens de wetenschap is verplicht lezen ineffectief en contraproductief.
We zetten nu al jaren in op leesplezier en dat heeft nog niet genoeg geholpen. Leesplezier is heel belangrijk maar tot een kind begrijpend kan lezen, is het niet leuk. Het is net als met eten. Als mijn kinderen iets niet hebben geproefd, mogen ze van mij niet zeggen dat ze het niet lusten. Ze moeten het proberen. De grens ligt bij vijftien keer. Vinden ze het dan nog niet lekker, dan mogen ze het vies vinden. Tandenpoetsen, opruimen, goed links en rechts kijken bij het oversteken: allemaal niet leuk. Pas als je het in je vingers hebt, zie je de voordelen. Dat omslagpunt ligt bij ieder kind ergens anders. Ik vond lezen al leuk toen ik drie was en deed alsof ik kon lezen. Mij stiefzoon haat lezen en ik verplicht hem. Hij moet van mij in de vakantie elke dag vijftien minuten lezen. Ook al is hij veertien en wil hij liever appen en gamen. Hij mag een boek stom vinden maar hij moet lezen. Ik zoek net zolang tot ik een boek heb gevonden dat hij leuk genoeg vindt.
Verplicht lezen hoort bij de opvoeding?
Lezen is een vaardigheid die je onder de knie moet krijgen. Je wordt niet geboren met al die vaardigheden. Dwingen moet wel gepaard gaan met heel veel positieve aandacht. Applaudisserend langs de kant staan. Het mag nooit als straf voelen, het is liefdevolle dwang. Zeg dat je snapt dat het niet leuk is, maar dat leren lezen echt beter is en dat je helpt tot het lukt. Geef een kind niet op. Laaggeletterdheid heeft niets te maken met leesplezier maar alles met leesvaardigheid. Zwemmen is niet leuk met een A-diploma en ook niet met een B-diploma. Toch verplichten we kinderen om het te leren. Ze gaan het pas leuk vinden als ze op vakantie met vrienden van een hoge duikplank springen.
Kinderen aanspreken op hun intrinsieke motivatie leidt tot een positieve leesspiraal, blijkt uit onderzoek. Hoe zie jij dat?
Het is niet makkelijk om een kind uit een negatieve spiraal te halen. Een kind moet eerst kunnen lezen en een positieve ervaring hebben. Daarvoor moet het eerst leren lezen. Dat je dit soms moet verplichten heb ik niet zelf verzonnen, maar een aantal jaar geleden uit een onderzoek gehaald. Hetzelfde resultaat werd gevonden bij muziekonderwijs. Daar kwamen de beste opbrengsten door kinderen elke dag te verplichten vijf minuten een instrument te spelen in plaats van elke week een half uur vrijwillig. Ik weet dat het een impopulaire mening is omdat we al jarenlang inzetten op leesplezier. Daarvoor kwamen we uit een vreselijke leesmethode met aap, noot, mies maar daar zit nog wat tussen. Begin elke dag met een kwartiertje lezen. Ook dat is verplichten. Kinderen hoeven het niet leuk te vinden, ze moeten het gewoon doen. Uiteindelijk komt er een moment dat je merkt dat het lukt.
Moet je als leerkracht van lezen houden?
Het is niet zo dat een leerkracht die niet van lezen houdt, geen goede leerkracht is. Daar kan ik heel boos over worden. Leesplezier is overschat. Ervoor zorgen dat er kinderboeken zijn, is een taak van volwassenen maar niet per se van een leerkracht. Een goede leerkracht ziet wat kinderen nodig hebben en heeft oog voor de individuele behoeften. Het is belangrijk dat je middelen en mensen hebt die kunnen helpen. Een leerkracht hoeft niet altijd te zorgen voor boeken en leesmotivatie. Het moet niet allemaal van de juf of meester te komen. Of allemaal van de ouders.
Van wie moet het dan komen?
De school als geheel moet zorgen dat er wordt voorgelezen. Elke school moet een leescoördinator hebben. Iemand die zorgt voor nieuwe boeken, de Kinderboekenweek organiseert of opa’s en oma’s regelt die voorlezen. Iemand moet in de gaten houden of alle kinderen in aanraking komen met boeken. Ideaal is dat een leerkracht of een ouder die van lezen houdt maar als dat niet lukt, kan het ook anders.
Hoe organiseer je dat?
Het kan op allerlei manieren. Het is leuk en zinvol als leerkrachten het doen. Maar lukt dat niet, dan is het ook oké. Dat is mijn boodschap voor het komende jaar. Je moet kinderen tot lezen dwingen, en het maakt niet uit wie dat doet. Op sommige scholen lezen oudere leerlingen voor aan jongere leerlingen. Het kan ook een oudere broer of zus zijn. Die lezen thuis ook vaak voor, heb ik ontdekt. Vragen hiernaar in de klas. Kinderen doen elkaar na en zo ligt er een veld aan voorlezers klaar. //
Dit verhaal verscheen in Lucas leest, magazine over lezen en leesonderwijs van Lucas Onderwijs >
Wie is Manon Sikkel?
Kinderboekenambassadeur Manon Sikkel is bekend van haar boeken over Elvis Watt miljonair, Izzy Love en Geheim Agent Oma. Ze won drie keer de Prijs van de Nederlandse Kinderjury en twee keer de Pluim van de Senaat. Ze studeerde af als taalpsycholoog en is daarnaast freelance journalist.
Typisch Haags aan haar boeken
“Haagse humor. Die is heel anders dan bijvoorbeeld Amsterdamse humor. Veel taliger, naar de Engelse kant. Met subtiliteiten en het omgekeerde zeggen van wat je bedoelt. Dat zit in al mijn boeken.”
Mooi in het Haagse leeslandschap
“De vele bibliotheken. Die zijn groot, met een ruim aanbod en veel activiteiten. Plus drie boekwinkels. Kinderboekenwinkel In de wolken doet heel veel voor leesbevordering. Bij de Haagse kinderboekenwinkel Alice in Wonderland en de grootste boekhandel Paagman lijkt het of je in een film bent beland. Prachtig!”
Wat doet de Kinderboekenambassadeur?
De Kinderboekenambassadeur brengt het belang van (voor)lezen onder de aandacht bij een breed publiek, en geeft de promotie van kinder- en jeugdboeken een herkenbaar gezicht. Hij of zij wordt voor twee jaar aangesteld door Stichting Lezen en het Nederlands Letterenfonds in samenwerking met De Schrijverscentrale en de CPNB. De functie bestaat in Nederland sinds 2013. Eerdere ambassadeurs waren Jacques Vriens (2013-2015), Jan Paul Schutten (2015-2017) en Monique & Hans Hagen (2017-2019). De Kinderboekenambassade is in 2018 geopend in het Kinderboekenmuseum Den Haag. Meer weten? Check kinderboekenambassadeur.nl.
Zoek je een goed boek?
Alle ambassadeurs hebben een Tiplijst samengesteld met boeken die zij belangrijk vinden. Laat je inspireren door deze tips. Manon heeft op haar eigen site ook goede (voor)leeslijsten voor de verschillende leeftijden, van nul tot vijftien jaar. Kijk op manonsikkel.nl of op haar Pinterest.