Het verhaal van de stoel

20160417_135845Het ‘kantoor’ van de Schrijfzolder is een grote verzameling nostalgie. Ik schrijf mijn artikelen en teksten aan het oude bureau van mijn vader, met deukjes van zijn eerste typemachine (die staat ook ergens in de kamer), een oude lamp van mijn opa (die praktisch zijn hele leven bij Philips heeft gewerkt, zo ging dat in die tijd) en een versleten oude stoel die ik in een tweedehands winkel kocht voor mijn eerste werkruimte.

Het zusje van die werkstoel staat beneden aan de eettafel (als favoriete stoel van mijn dochter). Beide stoelen vallen inmiddels zowat uit elkaar van ellende. Ik heb gekeken naar ergonomisch verantwoorde bureaustoelen, maar werd daar altijd wat verdrietig van. Stiekem was ik enorm gehecht geraakt aan de aftandse stoel. Gelukkig leerde ik toen Anselien School kennen.

Healthy spaces, happy faces
Anselien is gespecialiseerd in het ontwerpen en realiseren van gezonde gebruiksruimtes. Vanuit de overtuiging Healthy spaces, happy faces gelooft ze dat mensen het beste uit zichzelf kunnen halen in een gezond interieur. In haar ontwerpen staan mensen en de wisselwerking met hun omgeving centraal. Op haar site staat: ‘Ik kan helpen met het inrichten van ruimtes waar mensen goed tot hun recht komen, zich prettig en energiek voelen, optimaal functioneren en presteren’.

In een van haar nieuwsbrieven las ik tot mijn verbazing dat ze niet alleen innovatieve en verrassende ontwerpen maakt, maar ook stoelen een nieuw jasje kan geven. Ze schrijft dat ze een stel stoelen ‘heeft gered van de brandstapel’ en ik zit meteen op het puntje van mijn jawel, nog meer versleten, maar heel dierbare stoel. Ik besluit haar meteen te vragen of ze mijn duo versleten stoelen ook aan een nieuwe outfit kan helpen.

Nu wil Anselien graag dat ik met een kritische blik naar haar maandelijkse blogs kijk en we komen tot een mooie deal: twee hernieuwde stoelen tegen een jaar lang redactionele begeleiding. En dan kan ik het natuurlijk niet laten om haar allerlei vragen te stellen over stoelenproject.

Hoe kom je erbij om stoelen te redden?
“Stoelen redden van brandstapel, ik doe het al jaren. Mijn eerste stoelen heb ik van straat gehaald. Met mijn moeder in de auto op weg naar Oss, zag ik twee leunstoelen langs de kant van de weg staan. In de zomer waarin ik op kamers zou gaan. Met een likje verf, een fraai lapje en wat houtlijm, zou ik daar een prachtig zitje van kunnen maken. Aangebeld of ik ze mocht hebben, ingeladen en op huis aan. Mijn vader zag mijn huisvlijt hoofdschuddend aan terwijl hij mompelde dat ik wel vier nieuwe stoelen had kunnen kopen als ik de nu gespendeerde tijd was gaan werken. Daar had hij wel een punt, want ik had speciaal voor de stoelen vrij genomen van mijn lucratieve horecabijbaantje. Maar ik was verkocht. Voorgoed.”

Hoeveel stoelen heb je inmiddels gered?
“Na nog een spoor van zelf beklede stoelen ‘naar eigen inzicht’ wilde ik in de leer voor het betere werk. Een aantal jaren (weliswaar maar een paar uur per week) en zo’n kleine dertig stoelen verder, begin ik het in de vingers te krijgen. Maar ik ben nog steeds ver verwijderd van het ware vakmanschap. Ieder stoel is anders en vraagt om andere technieken en vaardigheden. En vooral om veel aandacht en geduld. Jaren geleden ben ik eens voor stoelenfetisjist uitgemaakt. Als ik zo mijn huis rondkijk, dan kan ik niet anders dan dat enigszins schuldbewust beamen. Want als ik ze eenmaal heb gered van de brandstapel en er mijn eigen twist aan heb gegeven, kan ik er moeilijk afstand van doen.”

En toen besloot je mijn stoelen onder handen te willen nemen.
“Toen ik een foto zag van je stoelen wist ik dat ik ze kon redden. De vraag is echter ook of ze het waard zijn om gered te worden. Herstofferen is een behoorlijke investering in uren en materialen willen ze weer comfortabel zitten en toonbaar zijn en je kunt voor verrassingen komen te staan. Aan de buitenkant kun je niet zien welke processen zich in de loop der jaren onder de zitting hebben voltrokken.”

Dat herken ik ook wel bij redigeren. Bij aangeleverde teksten is het vaak ook afwachten wat je onder handen krijgt. Soms hoef je er amper wat aan te doen, soms is er geen beginnen aan. Je kunt je dan afvragen of je dat wel moet doen.
“Gelukkig is er bij stoelen ook nog zoiets als emotionele waarde en gehechtheid waardoor we besloten jouw stoelen nieuw leven in te blazen.”

Dat wilde ik heel graag, ja. Toch duurde het een tijdje voordat je daadwerkelijk begon. Bij het schrijven van teksten lukt het niet altijd om meteen te beginnen. Soms is het wachten op inspiratie, belangrijk onderdeel van het creatief proces… Waar wachtte jij nu op?
“Het was vooral wachten op mooi weer. Je wilt namelijk niet weten wat voor stofbende je aanricht bij het ontmantelen van oude stoelen. Als je niet oplet, vliegen de kleine spijkertjes alle kanten op. Bij een oude stoel heb ik eens het aantal verwerkte spijkertjes geteld. Dat bleken er ruim 500 te zijn. Heel mindful om ze er allemaal uit te moeten halen, haha.”

En wat komt er na de stofbende?
“Na het slopen begint het opbouwen. Je meet van alles op en maakt een lijstje van wat je aan materialen nodig denkt te hebben. Met een beetje geluk deugt de vering nog en kan ik de veren weer op hun plek brengen door aan de boven- en onderkant een raamwerk van singels te spannen.”

20160521_145943

Ging het goed?
“Het weer zat mee, ik had de materialen in huis gehaald en veel zin om te beginnen. Na het maken van mallen en veel meet-, snij-, knip- en lijmwerk verder, waren de geraamtes voorzien van hun onderkleding. Ongemerkt zijn er dan uren verstreken. Zo heerlijk om helemaal op te gaan in het werk waarbij het voelt alsof hoofd en handen samenvallen. Een fout is snel gemaakt als ik niet in opperste concentratie werk of de neiging heb om te gaan versnellen.”

20160524_131419

Ook herkenbaar bij het schrijven van teksten. Een geraamte neerzetten en dan de juiste tekstdelen op hun plek zetten, met volle aandacht. Het moet allemaal precies kloppen. En dan voelt het goed om uiteindelijk de puntjes op de i te zetten. Wat vind je het leukste aan het werken met stoelen?
“De fijnste momenten van het stofferen beleef ik aan het eind. Met de schiet-tacker in de ene hand en de andere hand voortdurend bezig zijn om de spanning van de stof goed te verdelen door te trekken of te strijken. Ik begin in de middens om vandaar uit al tackend om en om naar de hoeken toe te werken. Met de stevige slagkracht van de compressor schiet ik de nieten er zo ritmisch mogelijk in. De hoeken die ik eerder als hogere stoffeerkunde beschouwde, knip, vouw, trek en tack ik er nu moeiteloos in. Met een dampend, druipend en loeiheet lijmpistool breng ik de afwerkband steeds in kleine stukjes aan. Dat kan snel een knoeiboel worden en het vraagt al mijn aandacht. Het doek aan de onderkant is vervolgens weer een lekker snel tackwerkje.”

Tack, tack, tack. Ik hoor het nog. Want toen stond ik voor de deur en nam de stoelen weer mee naar huis. Hoe voelde dat?
“Twee stoelen staan dan als herboren te pronken in hun nieuwe outfits. Ik kijk er met voldoening naar en ben blij met mijn handen die dit blijkbaar kunnen. Dat mijn handen ervoor kunnen zorgen dat deze stoelen voorlopig de vuilnisdans weer ontsprongen zijn.”

Dankbaar schrijf ik nu dit blog, zittend op mijn nieuwe oude stoel. Een stoel met een verhaal, waar ik samen met Anselien een hoofdstuk aan heb mogen toevoegen. Wat een prachtig proces!

PS: Kijk vooral ook even wat Anselien nog meer doet, behalve stoelen redden: Studio School.

Verhaal van de stoel