Het is lente. April doet wat hij wil, maar in mei leggen alle vogels een ei. Ik begin spontaan vogeluitdrukkingen te gebruiken. Kan iemand een paasei niet vinden, dan roep ik ‘blinde vink!’. Hoort hij me niet, dan maak ik hem uit voor dove kwartel. Gelukkig ben ik zelf zo fris als een hoentje. Hmm. Zijn vinken blind, kwartels doof en hoentjes fris?
We zoeken het op. Blinde vinken zijn natuurlijk geen echte vogels, maar gekruid gehakt omwikkeld met een dun lapje vlees (bijvoorbeeld kalfsvlees of hamlap). Hoe de blinde vink aan zijn naam komt? Willem Wever legt het uit.
De herkomst van dove kwartels is minder duidelijk. Volgens de Vogelbescherming hebben kwartels juist een uitstekend gehoor. Zo fris als een hoentje blijkt vooral iets te zeggen over jonge leeftijd. Maar ben je zo fit als een kievit dan loop je vooral heel vlot.
En dan kiplekker, ook zoiets. Ongelofelijk hoeveel uitdrukkingen er zijn met het woord ‘kip’: er als de kippen bij zijn, praten als een kip zonder kop en met de kippen op stok gaan. Blijkt kip toch weer het meest veelzijdige stukje vlees.
Hoeveel gezegden en uitdrukkingen met vogels zijn er eigenlijk? En waar komen ze vandaan? Ken jij nog meer opvallende uitdrukkingen? Ik hoor ze graag!
Ben jij kippig? Een schrielkip, heb je een eierhoofd? Vroeg uit de veren of kan je niet uit je nest komen?
Mooi vond ik laatst de metafoor die over loslaten kan gaan: een adelaar neem ook zijn nest niet mee op zijn vlucht.
Ik wens je hele fijne paasdagen. Liefs Jopi